• manana-manana-2014-5320.jpg
  • volksfeest-nlhum200709120464.jpg
  • volksfeest-nlhum200709120738.jpg
  • manana-manana-2014-5320b.jpg
  • nlhun201104167591.jpg
  • nlhum20040620xxxx.jpg
  • paasvuur-nlhum201004044408.jpg
  • nlhum201309249087.jpg
  • vive-la-france-nlhum201407114350.jpg
  • piet-oudolf-nlhum200608190018.jpg
Kerk Hummelo

In september 1571 werd in Hummelo een dief ter dood gebracht door een scherprechter. De reden daarvan was het feit dat de dief, genaamd Simon van Wassenborch, op 5 augustus op heterdaad betrapt werd bij het stelen van kostbaarheden uit de Hummelose kerk. De bekentenis van ‘den kerkroover’ werd per brief aan het Hof in Arnhem gezonden en op 31 augustus werd daar het vonnis uitgesproken en werd hij ter dood veroordeeld. Voor de executie moest een beul naar Hummelo komen, blijkende uit een op 13 september 1571 verzonden Missive van den Stadhouder van den landdrost aan het Hof met het verzoek om tegen Maandag a.s. den scherprechter te zenden ter executie van Simon van Wassenborch.
Een beul of scherprechter is traditioneel de uitvoerder van van overheidswege opgelegde lijfstraffen en aangesteld om ter dood veroordeelden te executeren.
Omdat tot in de 19e eeuw straffen meestal in het openbaar werden voltrokken waren terechtstellingen en uitvoeringen van andere lijfstraffen een waar volksvermaak. Boeren, burgers en buitenlui gingen met de hele familie kijken en maakten er een ‘gezellig uitje’ van. Er waren vroeger speciale stadsbeulen die woonachtig waren in de (grotere) stad waar ze hun werk deden, maar meestal trok een beul van plaats tot plaats om openbare terechtstellingen te verzorgen. De beste beulen wisten de doodsstrijd het langste te rekken en vroegen vaak een fiks bedrag om te komen 'optreden'. Sommigen mensen betaalden hun beul een extra fooi; zodat deze geen professionele fout beging. Immers het afhakken van een hoofd in één slag is geen sinecure. Ook het ophangen van een persoon is niet zo eenvoudig.
Een gevolg van het uitoefenen van het beroep was, dat een beul veel afwist van het menselijk lichaam. Op die manier kon de beul, tussen beroepsmatige optredens door, nog wat bijverdienen als behandelaar van botbreuken en zelfs als chirurgijn om wonden te hechten. Met het afschaffen van de lijfstraffen en de doodstraf in de meeste Westerse landen is het beroep van beul daar uitgestorven. Alleen in overdrachtelijke zin wordt het woord beul nog gebruikt, bijvoorbeeld in het werkwoord afbeulen, of voor iemand die anderen bruut behandelt of mishandelt.

Door Fred Wolsink. Gepubliceerd in Weekblad Contact (19 februari 2008)